Hoe laat wordt het donker

Als je je afvraagt hoe laat wordt het donker, dan gaat het eigenlijk om het moment waarop de schemering eindigt en de nacht echt valt. Dat tijdstip verschilt per dag, per seizoen, en per plek. We leggen uit welke factoren meespelen, hoe je het kunt berekenen en wat je kunt verwachten voor jouw locatie.

Hoe laat wordt het donker

Wat bepaalt “donker zijn”?

Het punt waarop het écht donker is, komt nadat de zonsondergang al plaatsvond. Na zonsondergang blijft de lucht vaak nog een tijdlang verlicht door de laatste zonnestralen die door de atmosfeer breken: dat noemen we de schemering. Schemering kent verschillende fasen: civiele schemering, nautische schemering en astronomische schemering. Pas na de astronomische schemering is het vrijwel volledig donker.

Hoe lang de schemering duurt, hangt onder meer af van de mate van bewolking, de hoogte van de horizon (bijvoorbeeld heuvels of gebouwen) en de breedtegraad van je plek. In Nederland kan de schemering in de zomer lang duren, zodat het pas laat echt donker wordt. In de winter is het licht al kort na de zonsondergang donkerder, doordat de zon veel verder onder de horizon gaat.

Daarnaast speelt de tijd van het jaar een grote rol. In de winter gebeurt de zonsondergang vroeg (vaak rond 16:30 à 17:00 uur) waarna het in een uur tot anderhalf uur daarna volledig donker is. In de zomer kan de zon pas na 21:00 uur ondergaan, en de schemering kan dan tot ver na 22:00 uur doorgaan. Ook de invoering van zomertijd (of wintertijd) verschuift de kloktijd waarop het donker wordt.

Als voorbeeld: in Amsterdam op 14 oktober 2025 gaat de zon onder om 18:49 uur en eindigt de astronomische schemering om 20:41 uur. Daarmee zou je kunnen zeggen dat het tegen 20:41 uur echt donker is, tenminste op een heldere avond. Maar bij bewolking of in stedelijke omgeving met kunstlicht ervaar je het vaak eerder als donker.

Hoe bereken je het voor jouw plek?

Wil je weten hoe laat wordt het donker op jouw locatie? Dan heb je een paar elementen nodig: de tijd van zonsondergang, de lengte van de schemering, en eventueel de mate van bewolking.

Eerst zoek je de zonsondergangtijd voor je plaats. Dat kan via meteorologische websites, apps of via een daglichttabel zoals die van het KNMI. Vervolgens bepaal je de schemertijd – voor Nederland ligt de periode van schemering vaak tussen 1 tot 1,5 uur, afhankelijk van seizoen en plaats. In de winter kan het wat sneller donker zijn; in de zomer kan de schemering langer aanhouden. Combineer je deze twee, dan weet je ongeveer hoe laat het donker wordt.

Omdat Nederland niet groot is, verschillen de tijden tussen zuid en noord niet extreem. Maar zelfs binnen Nederland zie je kleine variaties: in het noorden kan het een paar minuten eerder donker zijn dan in het zuiden, afhankelijk van de geografische positie. Bewolking kan de ervaring verder vervroegen: bij veel wolken of mist wordt het eerder donker dan op een heldere avond.

Een voorbeeld: op een heldere avond in Amsterdam begin je na zonsondergang met de civiele schemering, dan volgt de nautische fase, en lang daarna de astronomische schemering die eindigt rond 20:41 uur, waarna de nacht valt. Voor jouw exacte plek kun je via apps of webtools kijken wat de tijden zijn voor zonsondergang en de fasen van schemering.

Seizoensvariaties en verwachtingen

In de lente worden de dagen langer en de avonden helderder. In april of mei kan de zon pas rond 20:15 uur ondergaan, en de schemering kan dan tot ruim na 21:00 uur duren. In de zomer liggen de zonsondergangen nog later. In Nederland zie je in juni of juli soms zonsondergang rond 21:30 uur of later; de schemering kan dan zelfs tot bijna 22:00 uur duren.

Als de herfst aanbreekt, merk je al snel dat de avonden korter worden. In september en oktober kan de zonsondergang al liggen tussen 19:00 en 20:00 uur, waarna je tegen 20:30 tot 21:00 uur echt donker kunt verwachten. In november en december keert het patroon zich om: dan gaat de zon onder rond 16:30 tot 17:30 uur, en dark valt meestal rond 18:00 tot 18:30 uur, afhankelijk van de schemering.

Bewolking en omgevingslicht blijven van invloed: op een bewolkte dag met veel lichtvervuiling in stadsgebied voelt het eerder donker dan je op basis van astronomische berekeningen zou verwachten.

Tot zover je lichtgrens

Je weet nu dat “hoe laat wordt het donker” geen enkelvoudig moment is, maar een opeenvolging van fases. Je kunt via zonsondergangtijd en de duur van de schemering redelijk nauwkeurig inschatten wanneer het écht donker is op jouw plek. Houd rekening met je seizoen, je geografische ligging en de omstandigheden van die dag, dan weet je per avond wat je mag verwachten.

Bekijk ook eens:
Uw advertentie hier?
Kijk hier ook eens naar Alle blogcategorieën
Meer in deze categorie? Bekijk deze artikelen dan ook eens